2015-04-04 11:16:53 +0000 2015-04-04 11:16:53 +0000
16
16
Advertisement

Hoe zijn de ratio's voor één persoon reanimatie bereikt?

Advertisement

Ik heb in 10 of meer jaren geen reanimatie (Cardiopulmonale reanimatie) les gehad, maar ik nam ze altijd (_ zoals jaarlijks_). Voor één persoon was de verhouding tussen compressie en ademhaling altijd aan het veranderen. In de VS waren er twee grote aanbieders van goedgekeurde reanimatietraining, het was niet ongebruikelijk dat beiden verschillende verhoudingen als “de juiste waarde” hadden op hetzelfde moment, en het volgende jaar zou één of beide verschillend zijn.

Hoe worden de verhoudingen bepaald? Welke invloed hebben kleine veranderingen in de ratio’s?

Advertisement
Advertisement

Antwoorden (2)

10
10
10
2015-04-18 14:44:51 +0000

Opmerking: Het volgende is een uittreksel van een artikel uit 2005. Voor leken (niet-opgeleide) mensen zijn er meer bijgewerkte aanbevelingen. Het volgende is een voorbeeld van het proces, niet de huidige aanbevelingen.

Om effectief te zijn, moet reanimatie een adequate coronaire en cerebrale bloedstroom herstellen. Onderbrekingen van de hartmassage verlagen de coronaire perfusiedruk en verlagen de overlevingskansen na een hartstilstand. In de eerste minuten van SCA met VF lijkt beademing niet zo belangrijk te zijn als hartmassage, maar het lijkt wel bij te dragen aan de overleving bij langdurige en asfyxiale arrestatie. Zeker is dat de beademingsfrequentie die nodig is om tijdens reanimatie een normale ventilatie-perfusieverhouding te handhaven, veel kleiner is dan normaal omdat de pulmonale bloedstroom laag is.

Dat is een van de openingsalinea’s uit dit artikel gepubliceerd op de website van de American Heart Association (AHA) uit 2005, over reanimatie-evaluatie en aanbevolen veranderingen. (VF SCA = Ventricular Fibrillation Sudden Cardiac Arrest)

Als samenvatting kwam een groep wetenschappers en hartdeskundigen (281 deskundigen in 36 maanden) bijeen om alle studie- en epidemiologische gegevens met betrekking tot de overlevingskans bij getuite SCA onder de loep te nemen. Zij bekeken de (toen) huidige overlevingspercentages, volgorde en prioriteiten bij reanimatie om te zien hoe verschillen van invloed waren op de overlevingskans. Er worden 57 artikelen in het artikel aangehaald die allemaal met links worden vermeld.

Een van de grootste factoren was dat maar weinig mensen vroegtijdig werden gereanimeerd, en bij degenen die dat wel deden, was het niet altijd effectieve reanimatie. Enkele van de factoren die zij ontdekten waren dat borstcompressies onvoldoende werden uitgevoerd, langzaam waren en vaak te lang werden onderbroken voor reddingsademhalingen, vooral bij lekenreanimeerders (niet door EMS opgeleid). Dit resulteerde in een ontoereikende cerebrale bloedstroom en cardiale output.

Toen zij dat eenmaal hadden vastgesteld, wordt in het volgende fragment uitgelegd hoe zij de aanbevolen veranderingen hebben geëvalueerd (op dat moment is dit een publicatie uit 2005).

Wiskundige en diermodellen toonden aan dat het op elkaar afstemmen van pulmonale bloedstroom en beademing mogelijk beter zou zijn bij compressie-ventilatieverhoudingen hoger dan 15:2. Er bestond echter bezorgdheid, vooral onder pediatrische deskundigen, dat ontoereikende beademingsfrequenties de overleving bij pediatrische en asfyxiale (bv. verdrinking) arrestatie zouden kunnen verminderen. Om optimale compressiesnelheden te bereiken en de frequentie van onderbrekingen van de compressies te verminderen, wordt bij consensus een universele compressie-ventilatieverhouding van 30:2 aanbevolen voor alle alleenstaande redders van slachtoffers vanaf de zuigelingenleeftijd (met uitzondering van pasgeborenen) tot en met de volwassenheid, op basis van integratie van de beste beschikbare gegevens over mensen, dieren, oefenpoppen en theoretische gegevens. De verhouding 30:2 wordt aanbevolen om de opleiding in reanimatie met één of twee reanimatoren voor volwassenen en alle reanimatie door leken te vereenvoudigen. Een compressie-ventilatieverhouding van 15:2 wordt aanbevolen voor reanimatie met twee reanimatoren (een vaardigheid die voornamelijk aan zorgverleners en badmeesters wordt onderwezen) bij zuigelingen en kinderen (tot het begin van de puberteit). Deze aanbeveling leidt tot het toedienen van meer reddingsademhalingen per minuut reanimatie aan slachtoffers met een hoge prevalentie van asfyxiale arrestatie.

Het komt erop neer dat een panel van deskundigen bijeenkomt en de huidige literatuur en rapporten over overlevingskansen beoordeelt, zowel uit het veld als uit ziekenhuizen. Daarnaast bekijken ze de veranderingen en praktijken die sinds de laatste aanbeveling zijn doorgevoerd (er wordt verwezen naar vroegtijdige automatische externe defibrillator {AED}-apparaten die een belangrijke factor zijn bij overlevingskansen). Zij koppelen dit aan dier- en computermodellen om te bepalen wat moet worden gebruikt voor compressiesnelheden en compressie/ademhalingsverhoudingen.

Wat de verschillen betreft, weet ik niet hoe die te verklaren zijn, behalve dat mensen verouderde informatie gebruiken, of zich niet aan de richtlijnen houden. Hier in de Verenigde Staten, (voor zover ik weet), vallen alle reanimatiecertificaten onder de richtlijnen van de AHA.

5
5
5
2015-04-04 20:48:45 +0000

In Europa gebruiken we 30/2 voor volwassenen en 15/2 voor kinderen.

Voor kinderen zijn hartproblemen zeldzaam, dus de focus ligt op de ademhaling (we beginnen ook met 5 ademhalingen). Bij volwassenen ligt de focus op hartmassage, vandaar de dubbele hoeveelheid.

Er wordt veel onderzoek gedaan en naar aanleiding van het onderzoek worden de richtlijnen iedere 5 jaar aangepast. (De laatste keer is de diepte van de compressie toegenomen en is de frequentie gestegen.) We hopen de nieuwe richtlijnen in 2016 te ontvangen.

Alle ERC (European Resuscitation Council) getrainde instructeurs moeten dezelfde richtlijnen gebruiken in hun cursussen.

De feitelijke overlevingskans is de laatste 20 jaar sterk toegenomen (als er met 6 minuten wordt gestart met reanimeren). Twee apparaten hebben geholpen. Eerst de mobiele telefoon (geen vertraging bij het vinden van een telefoon, zodat professionele hulp zo snel mogelijk kan worden ingeroepen). En het gebruik van de AED.

Advertisement

Gerelateerde vragen

3
1
6
1
1
Advertisement
Advertisement