De algemeen aanvaarde medische wijsheid lijkt te zijn dat zweet een onbeduidend mechanisme is voor de eliminatie van giftige stoffen. Er zijn echter studies geweest die suggereren dat de wijsheid misschien niet helemaal juist is.
Bijvoorbeeld, Genuis et al. vonden dat sommige giftige elementen bij voorkeur werden uitgescheiden in het zweet, inclusief elementen die niet in het bloedserum werden gevonden. Dat suggereert dat deze elementen gebonden zijn in weefsels en daarom niet gemakkelijk door de lever en de nieren worden verwijderd.
Zij concluderen dat:
Zweetanalyse moet worden beschouwd als een aanvullende methode voor het monitoren van de bioaccumulatie van toxische elementen in de mens.
Merk op dat zij niet concluderen dat zweten een belangrijke rol speelt bij de eliminatie van toxines.
Merk ook op dat de monstergrootte in deze studie zeer klein was, en de auteur heeft talrijke publicaties op basis van deze enkele studie.
Een literatuuroverzicht van het onderwerp vond steun voor het idee dat bepaalde toxines worden uitgescheiden in het zweet, soms in hogere concentraties dan de urine. Ze merkten ook op, zoals Genuis deed, dat concentraties van sommige elementen in zweet kunnen worden gevonden die niet worden gedetecteerd in plasma.
Bij personen met een hogere blootstelling of lichaamsbelasting, overschreed zweet over het algemeen de plasma- of urineconcentraties, en kon de huid de dagelijkse uitscheiding in de urine evenaren of overtreffen. De uitscheiding van arseen via de huid was bij personen met een hogere blootstelling aan arseen hoger dan bij niet-blootgestelde personen. Cadmium was meer geconcentreerd in zweet dan in bloedplasma.
Wat ik niet kan vinden is onderzoek dat aantoont dat zweten een klinisch significant voordeel oplevert. Alleen omdat er een verbinding in het zweet kan worden gevonden, betekent dit niet noodzakelijkerwijs dat meer zweten een gunstig effect heeft, en in feite is er geen voordeel van overmatig zweten bekend terwijl er bekende negatieve gevolgen zijn, waaronder mogelijk dodelijke.
Ik concludeer uit mijn onderzoek dat de vraag op dit moment niet kan worden beantwoord, maar dat er voldoende bewijs is om aanvullend onderzoek te rechtvaardigen. Ik vermoed dat de meest waarschijnlijke uitkomst nieuwe en/of verbeterde testmethoden zullen zijn in plaats van behandelingsmethoden.