Myopia (https://nei.nih.gov/health/errors/myopia), of bijziendheid, treedt op wanneer het oog van voor naar achter te lang wordt. Volgens de American Optometric Association ,
Myopia treedt op als de oogbol te lang is of het hoornvlies (de doorzichtige voorkant van het oog) te gebogen is. Als gevolg daarvan wordt het licht dat het oog binnenkomt niet goed scherpgesteld en zien verre objecten er wazig uit.
In plaats van beelden op het netvlies te richten, stelt de lens van het oog het beeld voor het netvlies scherp. Bij een normaal oog stelt het licht scherp op het netvlies. Bij personen met bijziendheid is de oogbol echter te lang en focust het licht voor het netvlies.
Hoewel de genetica een belangrijke rol speelt bij de ontwikkeling van bijziendheid, kan de ontwikkeling ervan ook worden beïnvloed door de manier waarop een individu zijn of haar ogen gebruikt. Zo hebben mensen die veel tijd besteden aan bijna-werk, zoals lezen, schrijven en werken aan een computer, een verhoogd risico op het ontwikkelen van bijziendheid. Hoewel het vooral voorkomt bij schoolgaande kinderen, kunnen volwassenen de aandoening ook ontwikkelen als gevolg van visuele stress of als een complicatie van een andere gezondheidstoestand zoals diabetes.
Kan bijziendheid omkeerbaar zijn, op natuurlijke wijze of met behulp van medicatie?
Hoewel een remedie voor bijziendheid nog moet worden ontdekt, suggereren verschillende studies dat het mogelijk is om op zijn minst de bijziendheid te beheersen door de progressie ervan te leren.
Een artikel gepubliceerd door de American Academy of Ophthalmology: Oogdruppels die bijziendheid bij kinderen kunnen vertragen ’ verwijst naar een klinisch onderzoek naar atropine dat werd uitgevoerd om de veiligheid en werkzaamheid van verschillende concentraties van atropine oogdruppels te vergelijken voor de controle van de bijziendheidsprogressie. De resultaten van het vijf jaar durende onderzoek geven aan dat een lage concentratie atropine druppels mogelijk een effectieve behandeling voor bijziendheid zou kunnen zijn.
In een vijf jaar durend klinisch onderzoek toonden onderzoekers daar aan dat 0,01 procent atropine druppels de progressie van bijziendheid veilig vertraagde met ongeveer 50 procent zonder bijna geen neveneffecten.
The Safety of Orthokeratology - A Systematic Review ’ evalueert de oculaire veiligheid van de orthokeratologie (ook bekend als Ortho-K of OK) voor de behandeling van bijziendheid.
Er is voldoende bewijs dat OrthoK een veilige optie is voor bijziendheidscorrectie en -vertraging. Voor een langdurig succes van de OrthoK-behandeling is een combinatie nodig van een goede lenspassing, strikte naleving van het lensverzorgingsschema, goede opvolging van de routine en tijdige behandeling van complicaties.
Een andere studie analyseert de werkzaamheid van atropine oogdruppels en orthokeratologische lenzen bij het controleren van bijziendheidsprogressie en verlenging van de axiale lengte. Een ‘retrospectief onderzoek’ omvatte 105 patiënten (210 ogen) die OK-lenzen droegen en 105 patiënten (210 ogen) die elke nacht 0,125% atropine aanbrachten tijdens de 3 volgende periode.
De verandering in axiale lengte per jaar was 0,28 ± 0,08 mm, 0,30 ± 0,09 mm, en 0,27 ± 0,10 mm in de OK lensgroep, en 0,38 ± 0,09 mm, 0,37 ± 0,12 mm, en 0,36 ± 0,08 mm in de atropine groep voor de jaren 1, 2, en 3, respectievelijk. Lineaire regressieanalyse toonde een toename van bijziendheid van 0,28 D en 0,34 D per jaar, en een toename van de axiale lengte van 0,28 mm en 0,37 mm per jaar in de OK-lens en atropine groep, respectievelijk. Herhaalde metingen ANOVA lieten significante verschillen zien in bijziendheid (p = 0.001) en axiale lengte (p< 0.001) tussen de atropine en OK lensgroepen; bij astigmatisme was er geen significant verschil in deze parameters (p = 0.320).
Vergelijking van de toename van de axiale lengte ten opzichte van de basislijn bijziendheid liet significante correlaties zien in zowel de OK lensgroep als de atropine groep.
Patiënten met hoge bijziendheid hadden meer baat bij zowel OK lenzen als atropine dan patiënten met lage bijziendheid. De correlatie tussen bijziendheid en bijziendheid was sterker in de OK lensgroep dan in de atropine groep.
Resultaten van de studie tonen aan dat de OK lens een nuttige methode is om bijziendheidprogressie te controleren, zelfs bij hoge bijziendheid patiënten.
Concluderend, hoewel bijziendheid (nog) niet kan worden omgekeerd, zijn verschillende studies het erover eens dat het mogelijk is om de progressie van bijziendheid te controleren of te vertragen.