Er is niets erg wetenschappelijks aan het meten van een blaar; meet het net als een mol.
Met een liniaal erboven of ernaast, let op zijn lengte en breedte, en zijn algemene vorm.
Blaren van brandwonden of wrijving of hebben niet de neiging om te “groeien” als de schade aan de epidermis klaar is (De huid is afgekoeld of de schoen gaat eraf). Ze kunnen gespannener worden, maar dat verandert niets aan hun lengte en breedte.
Blaren van een proces dat de opperhuid voortdurend scheidt (b.v. een auto-immuunreactie zoals een pestkopje of een medicijnreactie) of van een traag werkende contact-irriterende stof (b.v. gifsumak), etc., kunnen groeien.
Als u blaren heeft van een onbekende bron, moet u naar een arts gaan.